Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

grafiet

betekenis & definitie

o., veel voorkomend mineraal dat uitsluitend uit koolstof bestaat.

(e) Het koolstof in grafiet is hexagonaal gekristalliseerd, in slecht ontwikkelde als het ware uit opgestapelde plaatjes bestaande zuilen. Het komt ook voor in de vorm van plaatjes en schubjes, bladige aggregaten en poeder. Grafiet is uitmuntend te splijten volgens de basis. De kristalstructuur kan enigszins wisselen, maar in alle modificaties zijn platen evenwijdig aan de basis aanwezig, waarin de koolstofatomen, op afstanden van 0,142 nm in zeshoeksverband zijn gerangschikt. De platen hebben een onderlinge afstand van ca. 0,340 nm, tussen de platen kunnen vreemde atomen of moleculen worden opgenomen, waarbij de platenafstand vergroot wordt en er zich interessante verbindingen vormen. Vooral in regionaalmetamorfe gebieden komt grafiet voor als insluitsel, laag en bestanddeel van gneis, glimmerschist en kristallijne kalksteen; het is ook contactprodukt en bestanddeel van stollingsgesteenten.

Meteorieten bevatten dikwijls grafiet. Grafiet is zeer zacht en schilfert gemakkelijk, waardoor het vettig aanvoelt. Vandaar de toepassing in uiterst fijnverdeelde toestand in allerlei smeermiddelen (oildag, greadag), waaraan het een langere werkzaamheid geeft. Verder ook als schrijfmiddel (potlood). Het is bestand tegen hoge temperatuur wanneer zuurstof en chemische aantasting worden uitgesloten. Het smelt onder een druk van meer dan 100 at bij een temperatuur van ca. 3700 °C.

Grafiet wordt industrieel bereid uit antraciet. Om al deze eigenschappen wordt het ook toegepast als bekledingsmateriaal voor ovens, reactievaten en kernreactors, verder voor het inwendige van televisiebeeldbuizen, in koolborstels en electroden.

< >