m. (-’s), grootste soort mensaap (e); oneig. als scheldnaam; ben. voor leden van een lijfwacht: twee van De Gaulles gorilla’s.
(e) De gorilla, Gorilla gorilla, is in zijn verspreiding beperkt tot de oerwouden van Centraalen WestAfrika; dit gebied is discontinu. Men onderscheidt drie vormen van gorilla’s, waarvan de Iaaglandgorilla (G. gorilla gorilla) en de berggorilla (G. gorilla beringei) van de bergen van het oosten van Zaïre de bekendste zijn. Met een gewicht van maximaal 200 kg en een lengte van maximaal 1,75 m (vrouwtjes zijn lichter en kleiner) is de gorilla de grootste bekende aap. Bij oude mannetjes vertoont de schedel een grote kam en voorhoofdsholten. Mannetjes van enige leeftijd krijgen een zilvergrijze rug. De naakte huid is zwart en de oren zijn klein.
Ook het mannelijk geslachtsorgaan is opvallend klein voor zo’n groot dier. De berggorilla is zwaarder behaard (leeft in koude streken) en is altijd zwart, in tegenstelling tot de laaglandgorilla’s die vaak naar bruin neigen. Gorilla’s zijn grondbewoners. Jonge dieren zijn nog licht genoeg om goed te kunnen klimmen, wat ook wel door de wijfjes gedaan wordt. Meestal vindt men ze in familiegroepen, maar troepen van 20—30 individuen zijn ook waargenomen. Evenals de orang oetan is de gorilla rustig van aard.
In opgewonden toestand wordt met de handen op de borst getrommeld. Het gevaar voor de mens is vanouds schromelijk overdreven.
De gorilla is een uitgesproken planteneter; zijn voedsel bestaat uit blad, bast en vruchten. Gorilla’s zijn echte dagdieren. Oude mannetjes slapen aan de voet van een boom, wijfjes en jongen maken eenvoudige slaapnesten. De draagtijd beloopt ca. 9 maanden en per keer wordt één jong geboren, dat een langdurige opvoeding in familieverband nodig heeft. Geslachtsrijpheid wordt bereikt tussen het 6e—10e jaar; vrouwtjes worden eerder geslachtsrijp dan mannetjes. De totale levensduur ligt zeker boven de 30 jaar. Pas in 1956 werd de eerste gorilla in een dierentuin geboren.
De laaglandgorilla is nog tamelijk algemeen in Westen Centraal-Afrika. De berggorilla is echter zeer in aantal afgenomen, niet zozeer door jacht en stroperij als wel door kaalslag van het bos en metterwoon binnendringen van de mens in reservaten. . Litt. G.B.Schalier, The mountain gorilla (1963); F.B.Schalier, The year of the gorilla (1964); C.P. Groves, Gorillas (1970).