Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

glasblazen

betekenis & definitie

onbep. w., het blazen van glas; m.n. als ambacht of bedrijf.

(e) Glasblazen is een oud handwerk dat voor het fraaie gebruiksvoorwerp (wijnglazen, bekers, siervazen) nog steeds onvervangbaar is. Men gebruikt bij het blazen een ‘blaaspijp’: een ijzeren buis, binnenwerks ca. 6 mm, buitenmiddellijn ca. 20 mm, lang

1,20 m, aan de ene zijde voorzien van een glad mondstuk, aan de andere zijde verdikt. Deze wordt rakelings over het oppervlak van het gesmolten glas in de oven (door een werkgat) gedraaid of er enkele centimeter in gestoken (afb.a) waarna zij draaiend wordt teruggetrokken. Men krijgt hiermee aan de blaaspijp een druppel gloeiend glas, die door rollen over een gietijzeren plaat of draaien in een uitgehold houten blok (‘klots’) ruw wordt voorgevormd en afgekoeld. Door blazen wordt een holte gevormd (afb.b); zwaaien van de pijp maakt de druppel langwerpig, zodat deze gemakkelijk in een vorm (afb.c) kan worden geplaatst. Onder voortdurend draaien wordt het voorwerp hierna uitgeblazen in een vorm. De ‘bak’ (kelk) van het wijnglas in nu gevormd, maar is nog van boven gesloten en zit daar aan de blaaspijp vast. De vormen zijn van hout of van ijzer, aan de binnenzijde van een laagje houtskool voorzien; zij worden voortdurend nat gehouden, waardoor tijdens het blazen een stoomkussen ontstaat tussen gloeiend glas en vorm. Aan de bak moeten nu nog een ‘been’ en een ‘voet’ worden gemaakt. De blazer geeft daartoe zijn pijp over aan een ‘glasmaker’, die gezeten is in een ➝‘glasblazersbank’. Een helper brengt op de juiste plaats van de bak een verse druppel aan (afb.d), die door de glasmaker op juiste grootte wordt afgeknipt en onder draaien van de blaaspijp met behulp van scharen en tangen tot een been wordt gevormd (afb.e). Voor de voet wordt weer een verse druppel glas gebruikt (afb.f), die, terwijl de blaaspijp draait, door pletten tussen twee plankjes tot een voet wordt gevormd (afb.g). Dan wordt het van boven nog gesloten glas door een straaltje koud water of door een koud mes van de pijp losgemaakt. Nadat het de koeloven is gepasseerd, laat men van de bak de ‘kap’ afspringen (afb.h) door op de gewenste hoogte met een diamant een krasje te geven en het dan op een machine te plaatsen, die dit ronddraait langs een rij glasblazen. Fase in de vervaardiging van felle steekvlammetjes op dezelfde hoogte als de kras op het glas. Na het afspringen wordt de breekrand vlakgeslepen en verder afgewerkt.