v./m., een nagenoeg watervrij vet dat in tropische landen wordt gewonnen uit de melk van buffels.
(e) Ghee wordt verkregen door boter of room langdurig te verhitten tot het gesmolten botervet praktisch watervrij is. Het wordt vooral gebruikt in Azië (m.n. India en Pakistan) en in Noordoost-Afrika. Ghee is aanzienlijk beter houdbaar dan boter. Een andere reden om ghee te maken is dat in warme klimaten bij het karnen de scheiding van boter en karnemelk niet goed verloopt. Door verhitting waarbij het vet smelt en het eiwit uitvlokt, wordt die scheiding beter.
De samenstelling vertoont overeenkomst met die van boterolie. De smaak, die in hoge mate afhangt van de kwaliteit van de grondstof en van de toegepaste bereidingstemperatuur, is sterk geprononceerd door een hoog percentage vrije vetzuren. In het algemeen is ghee een duur produkt, waardoor transport over langere afstanden lonend is.
