Ned. gemeente in de prov. Noord-Brabant, in het grensgebied van Peel en Meierij, 57,24 km2 (zandgrond, ontgonnen veen, beekklei langs de Aa); 15270 inw., 94,5 % r.k., 5,5 % overige en g. kerkg.
In het oosten zijn grote bosen weidecomplexen. De gemeente omvat Gemert, oud centrum van het midden-Peelgebied, Handel, een bedevaartplaats, Elsendorp, een nieuwe kern in het ontginningsgebied, de buurtschap Mortel. De naoorlogse industrialisatie van Noord-Brabant heeft geen grote vestigingen toegevoegd. Naast textielfabrieken en confectieateliers zijn er o.a. metaalverwerkende bedrijven en een sigarenfabriek. Steeds meer raakt Gemert in zijn werkgelegenheid aangewezen op Helmond, Beek en Donk, en Veghel. De landbouw is (14 % van de beroepsbevolking) nog een belangrijk middel van bestaan.
Er is een oude Latijnse school (1587), het vrouwenklooster Nazareth en een ziekenhuis. De rooms-katholieke kerk dateert van de 15e eeuw. Van 1366—1794 was Gemert een onafhankelijke commanderij van de Duitse Orde. Midden in Gemert staat sinds 1381 het kasteel, dat vroeger de residentie was van de Commandeur der Duitse Orde.