vereniging waarvan de activiteiten en vaak ook de juiste doelstellingen tegenover buitenstaanders geheim worden gehouden. Soms is het ook het lidmaatschap geheim, maar meestal wordt het integendeel trots bekend gemaakt en ontleent men er een zeker prestige aan.
Geheime genootschappen komen bij veel niet-westerse volken voor, maar zijn vooral sterk tot ontwikkeling gekomen in Melanesië en in diverse delen van Afrika (m.n. West-Afrika, het Kongogebied en Oost-Afrika), daarnaast ook in Polynesië (b.v. de Arioi op Tahiti) en bij sommige Noordamerikaanse Indianenstammen. Enkele algemene of veel voorkomende kenmerken zijn: 1. Het zijn vrijwel overal verenigingen van uitsluitend mannen; vrouwen en kinderen zijn van het lidmaatschap uitgesloten en soms zelfs wordt hun in speciale acties een grote angst voor het genootschap ingeboezemd (Melanesië).
2. Sommige zijn bij het aanwerven van nieuwe leden zeer selectief, andere laten in principe alle (mannelijke) leden van de gemeenschap toe. Meestal moet echter een bepaalde (soms zeer hoge) som in geld of goederen worden betaald voordat men lidkan worden, en vrijwel altijd moet een aspirant-lid uitgebreide (soms zeer pijnlijke) initiatieriten (➝initiatie) ondergaan.
3. Vele zijn verdeeld in rangen. Bij het betreden van een hogere rang moet steeds opnieuw worden betaald en wordt weer een inwijdingsceremonieel gehouden. De leden van de hoogste rang kunnen vaak, naast de in de gemeenschap erkende autoriteiten, een aanzienlijke religieuze en/of politieke macht uitoefenen.
4. Zij zijn meestal conservatief van aard, hebben tot doel het handhaven van de status quo, zowel op het gebied van gevestigde machtsposities als op het terrein van de sociale regels en wetten. Zo hielden de leden van het bekende en gevreesde Duk-Duk-genootschap in de Bismarck Archipel (Melanesië) van tijd tot tijd strafexpedities naar de dorpen om overtreders en ‘dissidenten’ te straffen. Het beruchte Aniotagenootschap (de zgn. Luipaardmensen) in het vm. Belg. Kongo hield soortgelijke, vaak gruwelijke expedities tegen negers die met de blanken samenwerkten.
5. Zij baseren hun macht en bijzondere privileges bijna altijd op een speciale verhouding met het bovennatuurlijke. Er worden religieuze ceremoniën gehouden, de leden hullen zich in bijzonder (vaak bizarre) kleding en dragen de meest vreemdsoortige maskers, die hun relatie tot de geesten of goden symboliseren. Soms wordt gebruik gemaakt van het ➝bromhout als symbool van de stem der geesten.
Geheime genootschappen zijn vaak kernen van verzet geweest tegen koloniaal bestuur en zijn mede daarom dikwijls onderdrukt. Een beweging als de ➝Mau-Mau onder de Kikuyu in Kenya heeft een belangrijk deel van haar inspiratie geput uit de traditionele geheime genootschappen.
Waar zich in de meer gedifferentieerde samenleving geheime genootschappen manifesteren, kunnen deze verdeeld worden in geestelijke, politieke en criminele. Vaak zijn de grenzen tussen die verschillende soorten vaag, zoals in het oude China, waar geheime genootschappen vooral in de laatste eeuwen van het keizerlijke China actief waren. Het waren potentieel revolutionaire broederbonden met veelal religieuze (volks-taoïstische of boeddhistische) inspiratie. Hun leden kwamen in de eerste plaats uit de mobiele groepen van de bevolking, zoals reizende kooplieden en transportkoelies; verder hadden zij veel aanhang onder de Chinezen overzee (Malakka, vm. Ned.-Indië). De leden waren door eden tot geheimhouding verplicht, door geheime tekens aan elkaar kenbaar, en als ‘bloedbroeders’ verplicht tot wederzijdse hulp. Door de overheid fel bestreden, gaven zij soms inspiratie en leiding aan volksopstanden.
Geestelijke geheime genootschappen boden vaak een goede toevlucht voor geheime politieke samenkomsten, zodat b.v. de vrijmetselarij in rooms-katholieke landen veelal tevens een antiklerikaal karakter kreeg; het Italiaanse geheime genootschap de ➝Camorra werd opgericht door misdadigers met het doel elkaar te beschermen, maar had op het eind van de 19e eeuw ook een grote politieke invloed. Geestelijke geheime genootschappen zijn meestal legaal, omdat zij doorgaans niets in de zin hebben tegen de bestaande orde. Het gaat deze er bij hun afsluiting voor niet-ingewijden slechts om bespotting of andere vormen van ontheiliging te vermijden. Voorbeelden van geestelijke geheime genootschappen vormden in de loop van de geschiedenis de antieke Griekse mysteriebonden (➝Eleusis), de latere illuminaten, rozenkruisers en vrijmetselaars. Politieke geheime genootschappen zijn in het algemeen wel illegaal, omdat zij meestal samenzweren tegen de bestaande orde; historische voorbeelden zijn de ➝Carbonari en de ➝Fenians, een modern voorbeeld is de ➝Ku-Klux-Klan. Het samenwerken in de illegaliteit, zoals dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in door de Duitsers bezette landen plaatsvond, gebeurde eveneens vaak in de vorm van geheime genootschappen.
Ook criminele geheime genootschappen zijn bijna altijd illegaal, omdat zij de wet met voeten treden: de ➝Mafia in Italië en de VS. litt. J.S.M.Ward en W.G.Stirling, The Hung Society or the Society of Heaven and Earth (3 dln. 1925 -26; over China); C.H.Wedgwood, The nature and functions of secret societies (in: Oceania, IV, no. 2, 1930); E.Meerum-Terwogt, Primitieve geheime genootschappen als sociaal verschijnsel (diss. 1945); W.Kelweit, Ursprung und Wesen der Geheimbunde bei den Naturvölkern (diss. 1952); S. Hutin, Les sociétés secrètes (1954); J.Chesnaux en M.Rachline, Les sociétés secrètes en Chine, xixe et xxe siècles (1965); J.S.Wijne, Terreur in de politiek (1967); N.Mackenzie, Secret societies (1968).