Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fikh

betekenis & definitie

[Arab., inzicht], m., plichtenleer, de systematische uiteenzetting van wat de gelovige moslim te doen en te laten heeft.

De fikh is de wetenschap van de islamitische heilige wet (sjari’a) en omvat zowel de rituele als de burgerlijke wet in de ruimste zin; zijn voorschriften zijn naar de theorie afgeleid uit de koran, uit de erkende overlevering (hadith), de algemene overeenstemming van de gemeente en de regels van de analogie. Het gebruik als bron van het recht wordt theoretisch niet erkend. Het staat aan niemand, zelfs niet aan de kalief of sultan, vrij daarvan af te wijken en de voorschriften van koran en overlevering naar eigen goedvinden uit te leggen; dit is uitsluitend het werk van oudere gezaghebbende rechtsgeleerden. In de 2e en 3e eeuw van de islam hebben zich vier thans gelijkelijk erkende zgn. richtingen (madhhab) of rechtsscholen gevormd nl. de hanafi’itische, de malikitische, de sjafi’itische en de hanbalitische. Daar de fikh dientengevolge bij de moslim volgens de theorie volstrekt onveranderlijk is, is hij in vele gevallen onvoldoende voor de regeling van allerlei gevallen, óf zelfs volstrekt onuitvoerbaar. De vrome opvatting verklaart dit zo, dat de verdorvenheid van de wereld verhindert de voorschriften van de heilige wet volkomen na te leven.

In alle islamitische landen wordt alleen het ritueel-godsdienstige gedeelte van de plichtenleer (het zgn. gebed, de liefdadigheidsbelasting, de vastenvoorschriften en de bedevaart) werkelijk nageleefd, maar lang niet door allen. Verder geldt overal min of meer het islamitische familierecht (huwelijksrecht, voogdij, enz.) en in mindere mate het erfrecht, terwijl verbintenissenrecht (handelsrecht) en eigendomsrecht eigen wegen gegaan zijn, met uitzondering van de bepalingen op de vrome stichtingen (wakf). De overheid heeft ook overal in ruime mate het strafrecht aan zich getrokken. In moderne moslimstaten bestaat naast de sjari’a een recht dat niet op de koran is gebaseerd.

LITT. T.W.Juynboll, Handboek van de moh. wet volgens de sjafi’itische school (4e dr. 1930); Asaf A. A.Fyzee, Outlines of Mohammadan law (2e dr. 1955); N.J.Coulson, A hist. of islamic law (1964).

< >