Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Elektronenmicroscoop

betekenis & definitie

m./o. (-open), microscoop waarin de beeldvorming geschiedt met behulp van een elektronenbundel.

Een elektronenmicroscoop heeft een veel groter scheidend vermogen dan een lichtmicroscoop. De vereiste beeldvorming wordt verkregen door elektrische en/of magnetische veldconfiguraties, zgn. magnetische lenzen. De bouw van een elektronenmicroscoop vertoont principieel grote gelijkenis met een lichtmicroscoop (afb.). In de plaats van de lichtbron komt een elektronen emitterende draad, in de plaats van de glaslenzen komen elektrische of magnetische lenzen, terwijl het beeld wordt opgevangen op een fluorescerend scherm of op een fotografische plaat. Aangezien ook elektronen buigingsverschijnselen vertonen, kan men ook de kleinste waarneembare afstand berekenen. Deze wordt echter mede bepaald door aberraties in de elektronenlenzen.

Daarom wordt de apertuur in een elektronenmicroscoop klein gekozen, hetgeen de invloed van aberraties verkleint, maar buigingsinvloeden vergroot. Het resultaat is een kleinste waarneembare afstand van ca. 100 elektronengolflengtes, ofwel ca. 1 nm (nog afhankelijk van de snelheid van de elektronen). Wanneer het object een kristallijne structuur heeft, kunnen interferenties optreden, die gegevens verschaffen over de atoomafstanden in het object.

LITT. C.E. Hall, Introduction to electron microscopy (1966).