o. (-s),
1. kleine doos: een lucifers: hij is, ziet eruit als uit een doosje, buitengewoon net en met zorg gekleed; zijn doosje opendoen, zeggen wat men op het hart heeft; (gemeenz.) de wereld in een doosje hebben, alles naar wens hebben;
2. schelp die uit twee op elkaar sluitende helften bestaat.