uitdrukking die na 1950 uit de AngloAmerikaanse wereld vertaald overkwam en het begrip werd voor de instelling om allerlei, meest huishoudelijke vernieuwingen en reparaties (tot die tijd veelal als vakwerk beschouwd) zelf te verrichten omdat een vakman te duur komt of niet voorhanden is. Een doe-het-zelf-winkel is er op ingericht de benodigdheden daarvoor te leveren.
De markt voor doe-het-zelf-benodigdheden is één der snelst groeiende markten. Doe-het-zelf-activiteiten worden verhoudingsgewijs meer ontplooid in grote gezinnen en door mensen met een lager opleidingsniveau. Zij onderscheiden zich van knutselen en hobbies (zie hobby) doordat de noodzakelijkheid voorop staat.