[Gr.], m. (-s), (meetkunde) regelmatig twaalf vlak.
Een dodecaëder wordt begrensd door twaalf regelmatige vijfhoeken, waarvan er in elk hoekpunt drie samenkomen. Er zijn twintig hoekpunten en dertig ribben.
Gepubliceerd op 27-08-2021
betekenis & definitie
[Gr.], m. (-s), (meetkunde) regelmatig twaalf vlak.
Een dodecaëder wordt begrensd door twaalf regelmatige vijfhoeken, waarvan er in elk hoekpunt drie samenkomen. Er zijn twintig hoekpunten en dertig ribben.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: