[Lat. diversitas, verschil], o. (-en), het verschijnsel dat twee of meer veranderlijke grootheden niet op hetzelfde tijdstip hun grootste (of kleinste) waarde bereiken.
Het diversiteitsverschijnsel heeft een egaliserend effect op het verloop van de som der grootheden. In het bijzonder zal het maximum van hun som lager zijn dan de som hunner maxima.
In het bedrijfsleven doet dit verschijnsel zich o.a. voor bij het vermogensbeslag uit hoofde van produktiemiddelen die op verschillende tijdstippen en tegen verschillende bedragen worden aangeschaft en vervangen. Daarnaast doet het diversiteitsverschijnsel zich voor bij de afstemming van duurzame produktiemiddelen met een verschillende capaciteitsgrootte. B.v. in een bepaalde onderneming moet het produkt een bewerking ondergaan op elk van de vier machines, deze machines hebben een capaciteit van resp. 2, 3, 4 en 17 eenheden per periode. De beschikbare capaciteit zal volledig kunnen worden benut indien de totale af te zetten hoeveelheden 204 eenheden of een veelvoud daarvan betreft. Bedraagt de afzetmogelijkheid slechts 12 eenheden of een veelvoud daarvan, dan zal het veelal verstandig zijn de laatste bewerkingsfase af te stoten, zie differentiatie.
