Zuidned, architect, *(ged. 14.4.)1731 Petit-Rechain, †1.11.1812 Groot-Bijgaarden. Dewez verbleef, na een opleiding bij J.B.
Renoz, te Rome en te Napels (1754-57) waar hij met L. Vanvitelli samenwerkte. Van 1758-60 was hij hofarchitect in Portugal. In 1760 vestigde hij zich te Brussel, waar hij van 1767-80 aan het hof verbonden was. Dewez was een classicistisch bouwmeester met een oorspronkelijke stijl. Hij ontwierp en verbouwde een aantal kerken en abdijen, o.a. die te Gent (Infirmerie van Sint-Pietersabdij, 1760-69), Andenne (1762), Gembloux (1762-79), Affligem (1764-67), Doornik (Saint-Martin, 1765), Harelbeke (1769), Bonne-Espérance (1770-76, te Vellereille-les-Brayeux), Florival (ca. 1769), Floreffe (1770), Valduc, Vlierbeek (1776-99). Profane werken: Anatomisch amfitheater te Leuven, kastelen te Brugelette, Seneffe (1760) en Mariemont (1769), verbouwing: paleis van Karel van Lotharingen te Brussel.