Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Derde

betekenis & definitie

I. (rangtelw.) na twee andere(n) volgend: het is nu de derde week; de derde keer; zijn derde zoon; (zelfst.) jij bent de derde; die brief is van de (die dag van de maand); Willem de Derde (m), de derde koning (stadhouder) van die naam; (geschiedenis) de stand, de burgers; het Derde Rijk, het nationaalsocialistische Duitsland; iets uit de hand kopen, van de tweede eigenaar na de producent; de man brengt de spraak an, een gesprek vlot beter tussen drie dan tussen twee personen; ten -. in de derde plaats; zelfst. gebruikt:

1. v./m., voor een persoon buiten de twee bij een handeling betrokken partijen, een vreemde; (recht) ieder die buiten de handeling, verbintenis staat;
2. v./m. (-n, -s), derde klas: hij heeft dit jaar de -; er zijn twee derdes;
3. m. (-n), derde stuurman;

II. zn., o.,

1. verdelingsgetal: een derde, een derde deel: twee en twee derde; de prijs werd met een verhoogd; ook als bijw. bep.: hij verdient een meer:
2. drie op elkaar volgende spelkaarten van dezelfde kleur: ik roem een derde; is mijn derde goed?