(demoduleerde, is gedemoduleerd), het scheiden van de draaggolf en de daarmee over te brengen frequenties (spraak, muziek, afbeeldingen enz.).
Voor het overbrengen van audiosignalen met behulp van radiogolven, wordt amplitudemodulatie toegepast; het zo verkregen signaal moet na ontvangst gedemoduleerd worden. Na gelijkrichten ontstaat een pulserende gelijkstroom die in sterkte varieert met de modulatie (nl. de spraak of muziek). Toegevoerd aan een elektronisch filter (weerstand en condensator) blijft alleen de omhullende spanningslijn over. Bij detectie met transistoren (diodes) treedt nagenoeg geen vervorming van het oorspronkelijke signaal op. De vroegere detectiemethodes met elektronenbuizen (b.v. triodes) gaf meer vervorming, maar versterkte tevens het verkregen signaal.