Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Delfzijl

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Groningen, aan de Eemsmond, 53,00 km2, 23000 inw.; 24 % n.h., 15 % geref., 15 % overige, 46 % g. kerkg.

Delfzijl is de belangrijkste zeehaven van Noord-Nederland. Het zeehavenindustriegebied, dat in beheer is bij het havenschap Delfzijl, heeft in de Eemshaven (Eemsmond) een belangrijke uitbreiding gekregen. Sedert 1955 sterke groei van de industrie (m.n. chemie en metaal), waardoor het inwonertal is verdubbeld. Ten behoeve van de zeehavenindustrie die zeer grote oppervlakten in gebruik heeft, zijn de dorpjes Heveskes en Oterdum afgebroken, terwijl voor Weiwerd hiervoor plannen bestaan. Delfzijl en het naburige Appingedam groeien aaneen. In Delfzijl is o.a. de hogere zeevaartschool Abel Tasman gevestigd.geschiedenis.

Delfzijl is ontstaan uit een nederzetting aan de sluis die in 1272 gemaakt werd in de uitmonding van de Delf of Fivel (het tegenwoordige Damsterdiep) in de Eems. De nederzetting werd versterkt (15e eeuw) en was tijdens de Tachtigjarige Oorlog een voor de Spanjaarden belangrijke vesting, van waaruit zij de zeevaart van de Hollanders belemmerden. In 1580 werd Delfzijl door Rennenberg aan Spaanse zijde gebracht en in 1591 door Maurits heroverd, waardoor Groningen van de zee afgesloten werd. In de 17e en 18e eeuw was Delfzijl ankerplaats van retourvloten uit Westen Oost-Indië. De opkomst van Delfzijl als handelsplaats begon in 1876, toen de vestingwerken geslecht werden en Groningen door het Eemskanaal met de Dollard verbonden werd.

< >