plantengeslacht, behorend tot de familie-Solanaceae, met ca. 25 soorten forse kruiden of heesters, met grote trompetof trechtervormige bloemen, in de warmere streken van Amerika en Eurazië inheems. In de Benelux komt voor (als ingeburgerd onkruid) Datura stramonium, doornappel, wit of paarse bloem (5 meeldraden), grofbochtige bladeren en gevorkte takken.
De vrucht is een rechtopstaande droge doosvrucht, openspringend, meestal scherp gestekeld, schijnbaar vierhokkig, met vele zwarte zaadjes. Deze soort is sterk giftig o.m. door hyoscyamine. Als sierplanten worden gekweekt b.v. D. fastuosa (tropisch Azië, violetblauw), D. meteloides (Mexico, licht violet). De besdragende Datura-soorten worden wel als een afzonderlijk geslacht beschouwd (Brugmansia); hiervan komen voor als sierplant D. (B.) arborea, een heester met witte hangende trompetbloemen (vaak dubbel), D. (B.) suaveolens (Mexico, wit), en (B.) sanguinea (Peru, oranje).
