Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Daglichtfactor

betekenis & definitie

m. (-en), maat voor de dagverlichting in een punt van een vlak, nl. de (in procent uitgedrukte) verhouding van de verlichtingssterkte aldaar ten gevolge van direct of weerkaatst licht van de hemel tot de verlichtingssterkte onder de onbelemmerde hemel.

Kennis van daglichtfactoren kan van belang zijn voor de beoordeling van woonen werksituaties e.d. Dit kan bestaande situaties betreffen b.v. in verband met wijksanering of renovatie, maar vooral ook ontwerpen, zodat nog tijdig herziening mogelijk is, als blijkt dat niet aan gestelde eisen (voorschriften, normen, aanbevelingen of specificaties) is voldaan. De daglichtfactor (waarbij direct zonlicht wordt uitgesloten) is o.a. afhankelijk van: de plaats en afmetingen van lichtopeningen; lichtonderschepping door omringende bebouwing, luifels, balkons; lichtreflecties van tegenovergelegen gevels, het straatdek, buiten de ruimte (‘externe reflecties’); lichtreflecties van wanden, plafond e.d. in de ruimte (‘interne reflecties’); het lichtverlies door stijlen regelwerk, het vensterglas en daarop aanwezig vuil; de luminantieverdeling van de hemel (verschijning van een witte wolk voor het venster b.v. veroorzaakt bij dezelfde verlichtingssterkte buiten onder de belemmerde hemel, binnen meer licht). In verband met dit laatste geldt een zekere daglichtfactor slechts bij een bepaalde hemelconditie: (tenzij anders vermeld) de volledig en dicht bewolkte hemel. Deze heeft nl. speciale betekenis in twee opzichten:

1. De daglichtfactor heeft aldus betrekking op omstandigheden waarvoor wij vaak de dagverlichting speciaal willen kennen, nl. relatief ongunstige. Bij heldere hemel of hemel met gebroken bewolking is de daglichtsituatie, ook afgezien van direct zonlicht, doorgaans gunstiger wegens gereflecteerd zonlicht (via bewolking, gebouwen, bodem enz.).
2. Onder die omstandigheden is, anders dan b.v. bij heldere hemel, de daglichtfactor onafhankelijk van de zonnestand en van de oriëntatie van het venster, d.w.z. eenvoudiger te bepalen en ruimer toepasbaar.

De daglichtfactor is ontwikkeld in en ten behoeve van landen met dikwijls bewolkte hemels. Een bijzonder geval van de daglichtfactor is de hemelfactor. Met de daglichtfactor wordt de mogelijkheid geopend de daglichttoetreding tot zeker punt met één grootheid te beschrijven, ondanks het feit dat de verlichtingssterkte aldaar aan voortdurende wisseling, als gevolg van de variaties buiten, onderhevig is.

LITT. R.G.Hopkinson, J.Longmore en P.Petheridge, Daylighting (1966).