[→Fr.-Lat.], bn., bw. (-er,-st), vast, dicht ineengedrongen: een compacte massa; een compacte bevolking.
(e) In de wiskunde wordt een puntverzameling compact genoemd, als iedere oneindige deelverzameling ten minste één →ophopingspunt heeft. In het bijzonder is iedere begrensde oneindige puntverzameling compact (stelling van Bolzano-Weierstrass).