v./m., transportsysteem tussen diverse afdelingen van een bedrijf voor het zeer snel vervoeren via buisleidingen van berichten of kleine goederen.
Het via een buispost te verzenden materiaal wordt in een cilindervormige patroon geborgen en al of niet in een patroonhouder geplaatst. De patroon, resp. patroonhouder past zeer nauwkeurig in het buizenstelsel waarin hij door middel van lucht onder over- of onderdruk naar de plaats van bestemming wordt verplaatst. Om de wrijving zo gering mogelijk te houden, zijn de patroonhouders soms aan het voor- en achtereinde van drie wieltjes voorzien. Het dirigeren naar een bepaald zgn. station kan vóór de verzending automatisch geschieden b.v. door het instellen van een pal. Vooral de grote bedrijven maken een gunstig economisch gebruik van buispost, omdat hierdoor snel contact mogelijk is tussen de afdelingen onderling (de patroonsnelheid is 6 m/s; over lange afstanden wel 35 m/s). De moderne buispostinstallatie op de Ned. luchthaven Schiphol is 7000 m lang en verbindt diverse verspreid liggende gebouwen met elkaar.
Er zijn al 46 stations (van de mogelijke 80) in gebruik. In het stationsgebouw komen 9 zend- en 9 ontvangleidingen samen. Grote steden als Londen, Parijs, Berlijn, Wenen en Philadelphia maakten reeds ca.1870 voor postvervoer gebruik van buispost. De Engelsman Varley ontwikkelde in 1885 voor Londen reeds een geheel buispostsysteem, waarbij de drijver of patroonhouder door middel van luchtdruk van het centrale station werd weggezonden en door onderdruk weer werd aangezogen. In Hamburg is een buispostinstallatie aangelegd van 21 km lengte met een buisdiameter van 450 mm. Hierdoor kunnen tot 1000 brieven van normale afmetingen direct verzonden worden tussen het hoofdpostkantoor en de diverse bijkantoren (vliegveld, havens, station enz.), met een snelheid van 50 km/h. De buispost heeft slechts 2,5 min nodig voor de verzending van poststukken, terwijl dit met de postauto 15—25 min vergt, al naar de verkeersdrukte.