Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Buffer

betekenis & definitie

[Eng. to buff, stoten], m. (-s),

1. eig. stootkussen, vooral de op gestandaardiseerde plaatsen aan de kopeinden van spoorwegmateriaal aangebrachte elementen ;
2. (bij vergelijking) stof die, voorwerp of gebied dat dient om schokken van weerszijden op te vangen;
3. tijdelijke bewaarplaats voor een teken of woord in het geheugen van een computer;
4. (scheikunde) een oplossing waarvan de pH, bij toevoeging van een zuur of base of bij verdunning, weinig of niet verandert .

SCHEIKUNDE

Buffers bestaan gewoonlijk uit een mengsel van een zuur en een base of zout. Indien aan dit mengsel een ander zuur of base wordt toegevoegd, vindt er een reactie plaats die de oorspronkelijke concentratie aan H+-ionen of OH-ionen herstelt. Een voorbeeld van een buffer is een oplossing van azijnzuur (CH3—COOH) en natriumacetaat (CH3—COONa) met de respectievelijke concentraties [CH3-COOH] = [CH3-COONa] =1 N (»-normaaloplossing). De pH van dit mengsel wordt gegeven door: [CH3—COONa] -logK [CH3-COOH] = -log K 1N/1N= -log 10-4,74=4,74.

Hierbij is K = 10-474 de dissociatieconstante van azijnzuur. Bij toevoeging van 0,1 equivalent waterstofchloride (HCl) vindt de volgende reactie plaats: IN CH3-COOH + IN CH3-COONa + O,1N HCl ⟶ O,1N NaCl + 1,1N CH3-COOH +0,9N CH3—COONa.

De pH van de nieuwe oplossing wordt gegeven door: -log K 0,9/1,1= 4,65

De toevoeging van 0,1 equivalent waterstofchloride heeft de pH van de oplossing met minder dan een tiende eenheid verlaagd. Toevoeging van dezelfde hoeveelheid waterstofchloride aan zuiver water veroorzaakt een daling van de pH met 6 eenheden. Door een geschikte keuze van het zuur en van de onderlinge concentraties van zuur, zout of base kan men buffermengsels bereiden voor een willekeurig pH.

In de levende natuur spelen buffersystemen een belangrijke rol. De pH van het menselijk bloed (ca. 7,4 bij 37 °C) wordt constant gehouden door de buffermengsels die het bloed bezit. De uiteindelijke regulatie van de pH wordt uitgevoerd door variatie in C02-afgifte in de longen en door variatie in zuur- en baseafgifte in de nieren (zie regulatie, zie zuurbasebalans).

buffer. Buffermengsels en hun pH-gebied componenten van de mengsels pH-gebied KCL + HCl 1,02,2 glycine + HCl 1,13,5 Na-citraat + HCl 1,14,9 KH-ftalaat + HCl 2,24,0 Na-acetaat + azijnzuur 3,66,0 KH-ftalaat + NaOH 4,15,9 NA2HPO.

< >