Ned. toneelspeler, regisseur en toneelleider, *5.9.1842 Middelharnis, ♱28.4.1925 Amsterdam; zoon van de acteur Louis Rosenveldt (1798—1867) en de actrice L.F.M.Bouwmeester (1818-65), broer van Frits Bouwmeester en Theo Mann-Bouwmeester. Hij begon bij zijn vader met het spelen van kinderrollen.
In 1861 kreeg hij zijn eerste vaste contract te Amsterdam bij Boas en Judels. Hij was directeur of lid van diverse kleine gezelschappen.
Bouwmeester vervulde heldenrollen in het pseudoromantische Franse drama. Van 1879—1902 en van 1914—20 was hij verbonden aan de Koninklijke Vereeniging Het Ned. Tooneel, die de Stadsschouwburg te Amsterdam en de Koninklijke Schouwburg te ’s-Gravenhage bespeelde. Van 1902— 03 speelde hij bij het Amsterdamsch Lyrisch Tooneel, van 1913-14 bij de Tooneelvereeniging (dir.H.Heijermans); hij leidde ook een eigen gezelschap, Het Haarlemsch Tooneel. Hij maakte tournees naar NederlandsIndië en trad herhaaldelijk als gast in het buitenland op, o.a. te Parijs, Berlijn, Wenen en Londen.
Bouwmeester was een van de indrukwekkendste karakterspelers van zijn tijd, en maakte vooral naam als Shylock (Shakespeare, De koopman van Venetië).
LITT. J.H.van der Hoeven, L.Bouwmeester; C.Hissink, L.Bouwmeester’s Shylock-creatie (1910); C.Dommelshuizen jr., L.Bouwmeester; H.H.J.de Leeuwe, Shakespeare’s Shylock en zijn vertolking door L.Bouwmeester (1966); S. de Koster, De Bouwmeesters (1973).