Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-05-2019

Borg (burcht)

betekenis & definitie

v./m. (-en), Groningse benaming voor burg of burcht.

Oorspronkelijk was een borg een versterkte boerenhoeve of heerd waaraan bepaalde heerlijke rechten verbonden waren. De eerste borgen waren verdedigbare woontorens, die later tot kastelen uitgroeiden. Een voorloper van de borg bevindt zich te Niebert (‘Ybema’). De oorspronkelijke vorm van de borg is nog te zien bij de Schiertins in Veenwouden. In de 17e en 18e eeuw werden zij meestal verbouwd tot landhuizen. Het gaafst bewaard zijn de Menkemaborg in Uithuizen (daterend uit ca. 1400, verbouwd in 1614 en met een uitbreiding uit 1705) en de Fraeylemaborg te Slochteren.

LITT. Kastelen in Nederland (11e dr. 1973).

< >