o. (-delen), aandeel dat aan de aandeelhouders van een NV naar verhouding van hun belang gratis wordt uitgereikt ten laste van de reeds bestaande gewone reserves of agioreserves.
In de boeken van de NV worden door de uitgifte van een bonusaandeel de reserves kleiner en het aandelenkapitaal groter. Grote reserves gaan vaak gepaard met hoge koersen voor de aandelen, hetgeen een beletsel kan vormen voor de verhandelbaarheid van de aandelen of voor emissies (zie herkapitalisatie). In feite verandert er door uitgifte van bonusaandelen niets in de rechten van de aandeelhouders. Zij blijven immers gezamenlijk de eigenaren van de vennootschap en de rechthebbenden op de winst ervan. Hun rechten zijn alleen over een groter aantal aandelen verdeeld. Toch beschouwen de aandeelhouders het bonusaandeel als een extravoordeel, omdat in de praktijk de dividenduitkeringen per aandeel meestal niet evenredig worden verlaagd en de beurskoersen evenmin evenredig dalen.
Op de effectenbeurs wordt een Stockdividend ook wel bonusaandeel genoemd, hoewel hierbij een deel van de winst van het laatste boekjaar in aandelenkapitaal wordt omgewisseld. In Nederland moeten de aandeelhouders over de nominale waarde van het bonusaandeel belasting betalen, tenzij het werd uitgereikt ten laste van de agioreserve. In België is het bonusaandeel niet erg bekend.
LITT. K.W.A.Bervoets, Bonusaandelen en stockdividenden (1954); J.van der Woud, Effecten (1966); S.Brouwer, Beurs en effectenhandel (1966).
