(werkte bij, heeft bijgewerkt),
1. tot een bepaalde gedaante bewerken;
2. wat achtergebleven of onvolledig is gelijkbrengen of aanvullen: hij moet zijn wiskunde nog wat bijwerken; de boeken bijwerken; een jongen -, zijn kennis gelijk maken aan die van de andere leerlingen;
3. netter afwerken: de tekening nog wat bijwerken, een schilderij bijwerken, er wijzigingen in aanbrengen.