Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Bibliotheekwetenschap

betekenis & definitie

v., het geheel van theoretisch verwerkte ervaring en van hulpwetenschappen, dat betrekking heeft op

1. de bibliotheken in hun algemeenheid en verscheidenheid;
2. op al het daarin ondergebrachte materiaal.

Onder 1. ressorteert de kennis van de geschiedenis en de organisatie van de bibliotheken, waaronder het beheer in administratieve, technische en financiële zin (bibliotheconomie). Als zodanig behoort daartoe ook de kennis van de opbouw der collecties, de verwerking van het materiaal (systematische of andere plaatsing) en bibliotheekbouw. Het onder 2. bedoelde materiaal omvat papyri, hss (handschriftenkunde), incunabelen (incunabelkunde), boeken en tijdschriften, verder kaarten en atlassen (cartografie e.d.). Een en ander impliceert evenzeer kennis van de geschiedenis van de boekband en -illustratie als van de bibliografie, verder van titelbeschrijving, catalogisering (alfabetisch en systematisch) enz. Ook de geschiedenis van de boekdrukkunst en de boekhandel, en de kennis van de (moderne) grafische en microreproductietechnieken en documentatiemethoden kunnen aan het complexe begrip bibliotheekwetenschap worden toegevoegd. Het begrip is vooral sinds de tweede helft van de 19e eeuw verruimd tot het genoemde complex van vakgebieden.

Litt. Library Science abstracts (1950);F.Milkauen G.Leyh, Handbuch der Bibliothekswissenschaft III (1952); L.R.Wilson en M.F.Tauber, The university library (2e dr. 1956); L.Brummel, Bibliotheek, wetenschap en bibliotheekwetenschap (1960); H. Kunze, Grundzüge der Bibliothekslehre (3e dr.) H.Fuchs, Bibliotheksverwaltung (2e dr.) A.O.Kouwenhoven, Wetenschap en bibliotheek (diss.1971).

< >