Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Bedrust

betekenis & definitie

v./m., het op voorschrift het bed houden bij ziekte.

Het voorschrijven van bedrust bij ziekte is zo vanzelfsprekend geworden dat men zich nauwelijks afvraagt of deze maatregel wel gewenst is. Iemand die niet te bed ligt, wordt nauwelijks als ziek beschouwd, en vooral in de ziekenhuizen wordt zelfs bij observatiegevallen, zeker gedurende de eerste dagen, bedrust nog vaak gehanteerd. De gelijkstelling van ziekte met bedlegerigheid heeft mede de ziekenhuisbouw bepaald: alles is erop gericht. Behalve in bejaarden- en verpleegtehuizen, resp. psychiatrische ziekenhuizen, zijn er nauwelijks dagverblijven die voldoende ruim zijn om enige recreatie te bieden. Toch biedt bedrust grote gevaren en moet zij eerder als een noodzakelijk kwaad beschouwd worden dan als een vanzelfsprekende maatregel. Bij gezonde jonge mensen ziet men b.v. reeds na enkele dagen bedrust een sterk verhoogde stikstof- en kalkuitscheiding door atrofie van spierresp. beenweefsel. Vandaar dat men zich na een wat langere periode van bedrust slap voelt.

De gevolgen van bedrust zijn echter bij zieke bejaarden nog veel ernstiger dan bij jonge mensen. De functies van alle orgaansystemen zijn dan min of meer gestoord. Er is dus alle reden om deze instelling drastisch te herzien.

< >