v., het naar achteren gekanteld-zijn van de baarmoeder.
Het naar achteren geknikt-zijn van de baarmoeder komt bij 80 % van de Indonesische vrouwen voor en geeft als regel geen reden tot klachten. De baarmoeder is bij Europese vrouwen meestal in anteversie en anteflexie gelegen, resp. voorover gericht en voorover geknikt. De ligging van een baarmoeder in retroversie (achterover gericht) en retroflexie (achterover geknikt) heeft op zichzelf geen pathologische betekenis en is als normaal te beschouwen, zolang de baarmoeder in haar beweeglijkheid niet beperkt is. Bij 10 % van de Europese vrouwen ligt de baarmoeder inderdaad in retroversie en retroflexie. Als gevolg van een pathologisch proces (zie endometriose, tuberculose) kan een baarmoeder in retroflexie gefixeerd zijn; in deze gevallen moet de behandeling gericht zijn tegen de aandoening die de fixatie heeft veroorzaakt. Tijdens een zwangerschap komt een baarmoederretroversie en -retroflexie spontaan in normale ligging.
Slechts zeer zelden zal de baarmoeder er niet in slagen boven het bekken te geraken zodat ze ingeklemd geraakt in het bekken. Wanneer dit voorkomt, gebeurt het tussen de 12e en 14e zwangerschapsweek. Doch dat is zeer sporadisch en zelfs een baarmoeder die in retroversie gefixeerd is, slaagt er gewoonlijk in zich normaal te vergroten. Pas wanneer de baarmoeder via een ontsteking aan de achterzijde aan de darm is vastgegroeid, kunnen onderbuikspijnen optreden, evenals pijnen bij de coïtus (dyspareunie). Dan is er een indicatie tot operatie en wordt de retroflexie opgeheven en de baarmoeder aan de voorste buikwand gefixeerd.
