Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Avontuur

betekenis & definitie

o. (-turen),

1. iets ongewoons, onverwachts, zonderlings dat iemand overkomt: op zijn reizen beleefde hij vele avonturen; zijn avonturen verhalen, zijn merkwaardige lotgevallen;
2. op Avontuur uitgaan, op goed geluk, zonder bepaalde bestemming; m.n. om zijn fortuin elders te maken; (van een schip) in ballast uitzeilen om vracht te zoeken;
3. (gemeenzaam) geluk: ik zal mijn Avontuur ook eens gaan beproeven; (handelsterm) op Avontuur (uit)gaan, speculeren;
4. de fortuin, als personificatie; het rad van Avontuur, het steeds wisselend aspect van de fortuin; (ook) een bepaald hazardspel op kermissen, bestaande uit een draaiende schijf met pennen langs de omtrek; het nummer bij de pen waarop zij stilstaat wijst de gewonnen prijs aan.