Duitse staalgroep, grootste ijzer- en staalproducent in Europa, gevestigd te Duisburg-Hamborn. August ThyssenHütte AG werd in 1890 door August Thyssen te Hamborn bij Duisburg als staalfabriek en walswerk opgericht, en al spoedig verder uitgebreid.
In 1926 ontstond een samenwerking van een aantal maatschappijen, m.n. August Thyssen-Hütte AG, waarvan later de Gelsenkirchener Bergwerke AG als houdstermaatschappij van aandelen in een groot aantal werkmaatschappijen de naam Vereinigte Stahlwerke ging voeren. De belangrijkste Produkten van dit concern van voor de Tweede Wereldoorlog waren kolen, cokes, ruw staal, ijzer, diverse staalprodukten, buizen, staalconstructies, m.n. bruggen en spoorwegmateriaal.Op het hoogtepunt van de produktie had het concern ca.250000 werknemers in dienst en een ruwstaalproduktie van bijna 21/2 mln. ton. Op last van de geallieerde bezettingsautoriteiten werd het concern in het begin van de jaren vijftig opgesplitst in een aantal zelfstandige maatschappijen. De kolenmijnen bleven voornamelijk in het bezit van de Gelsenkirchener Bergwerke AG, thans de grootste Duitse producent van steenkool, die eigen ruwe-oliebronnen in Libië exploiteert, te zamen met Mobil raffinaderijen bezit en voorts eigenaar is van 28 % van het kapitaal van Aral, het grootste netwerk van benzinestations in Duitsland. De handelsondernemingen werden in 1954 verenigd in de Handels-Union AG, terwijl de hoogovens en staalfabrieken gesplitst werden over een 14-tal opvolgingsmaatschappijen, o.a. de opnieuw opgerichte August Thyssen-Hütte AG. Na 1958 zijn verschillende groeperingen weer samengesmolten of hebben overeenkomsten gesloten. Nadat na lange strijd Phoenix-Rheinrohr AG (in 1954/55 ontstaan uit een fusie van twee filialen van de Vereinigte Stahlwerke en opvolgingsmaatschappijen bij de ontmanteling) was verworven (1964), is het herstel van de Thyssengroep nagenoeg geheel voltooid, en vormt zij weer de grootste staalgroep in Europa met een produktie (1972—73) van 13,9 mln. t ruwstaal (capaciteit 15 mln. t) en 11,8 mln. t walsstaal (EG-marktaandeel 10 %). In 1969 werd een overeenkomst gesloten met Mannesmann, waarbij de buizenproduktie van beide concerns werd geconcentreerd bij Mannesmann, de staalproduktie bij August Thyssen-Hütte AG.
August Thyssen-Hütte AG beschikt over ultra-moderne hoogovens en andere installaties en een groot aantal deelnemingen in de BRD en daarbuiten, waaronder een met Franse partners in een Frans staalproject bij Marseille en sedert eind 1973 60 % in het machinebouwconcern Rheinstahl AG. Ijzererts wordt voornamelijk geïmporteerd uit Zweden, hoewel August Thyssen-Hütte AG ook belangen heeft in ijzermijnen in Mauretanië, Venezuela, Brazilië en Liberia. Omzet (1972—73) DM11,9 mrd., waarvan 30 % export. Aantal werknemers 92250 (samen met Rheinstahl DM18 mrd. en 150000 werknemers). Aandelenkapitaal DM 1 mrd. nominaal, zichtbaar eigen vermogen DM2,2 mrd. Een groot deel van de aandelen bevindt zich in handen van stichtingen e. d. van de familie Thyssen.