m. (-en), aanhanger van het atomisme.
De atomisten, die eerder een groep dan een school vormden, herleidden de werkelijkheid tot het atoom, in de opvatting van het in zichzelf onveranderlijke, niet verder deelbare. Atomen worden beschouwd als slechts in vorm te onderscheiden lichamen die zich, oneindig in getal, zonder doelgerichtheid mechanisch voortbewegen (vallen) in een oneindige leegte. De kosmische werkelijkheid wordt beschouwd als bestaande uit toevallige combinaties van atomen.
De theorie ontstond in de 5e eeuw v.C. (zie Leukippos en zie Demokritos) en werd door Epikouros als fysische onderbouw van zijn ethiek gebruikt. Dank zij het epicurisme bleef de theorie ook in latere tijden, vooral in Rome (zie Lucretius) bekend, ook al werd ze nauwelijks beschouwd als aanvaardbare wetenschappelijke wereldverklaring. In de middeleeuwen verdween de theorie geheel, maar in de 17e eeuw wekte Gassendi haar weer (gedeeltelijk) tot leven. Aan het eind van de 18e eeuw bewerkte Dalton haar tot een moderne atoomtheorie, [prof. dr.M.van Straaten OSA] Dalton legde de grondslag voor de kwantitatieve atomistiek en verklaarde er de chemische grondwetten mee. Zijn opvatting over de samenstelling van de moleculen was geheel willekeurig, waardoor hij de hypothese van Avogadro afwees. In de 19e eeuw stonden veel geleerden afwijzend tegenover het werkelijke bestaan van atomen, hoewel zij er in de praktijk mee werkten.
Pas toen o.a. Laurent en Gerhardt de atoomtheorie in overeenstemming brachten met de hypothese van Avogadro, kon deze haar nut eerst goed bewijzen.
In het begin van de 20e eeuw werd door Rutherford het atoom voorgesteld als een kern met een positieve elektrische lading, waaromheen elektronen, deeltjes met een negatief elektrische lading, bewegen. Dit model werd in 1913 uitgebreid en verfijnd door Bohr. Sindsdien is ook dit model weer verfijnd door de ontwikkeling van de quantumfysica. [dr. H.A.M.Snelders]
LITT. K.Lasswitz, Gesch. der Atomistik vom Mittelalter bis Newton (1890); C.Bailey, The Greek atomists and Epicurus (1964); D.J.Furley, Two studies in the Greek atomists (1967); A.G.M.van Melsen, De geschiedenis van het begrip atoom (1962).