Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

achterlijk (anders)

betekenis & definitie

achterlijk (anders) - ach'terlijk (psychologie), bn. en bw. (-er, -st), 1. ten achter zijnde in lichamelijke of geestelijke ontwikkeling (van personen) of in groei (van dieren, bomen en planten):/uy is —; doe niet zo -, doe niet alsof je het niet begrijpt; 2. ten achter in het verrichten van zijn werk of het volbrengen van zijn verplichtingen (van personen); — blijven; zich — betonen in iets of in iets te doen, nalaten te doen; 3. bw., op een achterwaarts gelegen plaats; achter: — van; van achteren: de wind komt — in.