Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

academische graad

betekenis & definitie

academische graad, een graad die wordt toegekend na een bepaald universitair examen of na promotie. België. Hier worden de graden toegekend door een universiteit of instituut voor hoger onderwijs ofwel door een examencommissie die vanwege de overheid wordt ingesteld op grond van de wet op de toekenning van graden. Wettelijk (wet van 1929) worden wettelijke, wetenschappelijke en eregraden onderscheiden, waarvan de beide eerste na examen worden verkregen, de laatste honorair door een universiteit wordt toegekend.

Academische graden zijn die van kandidaat, licentiaat, geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs, doctor, apotheker, burgerlijk en landbouwkundig ingenieur en geaggregeerde van het hoger onderwijs.

De wettelijke graden hebben wettelijke en maatschappelijke gevolgen, m.n. de toelaatbaarheid tot ambten of uitoefening van beroepen. Maar daartoe dienen de universitaire diploma’s bekrachtigd te worden door de officiële homologatiecommissie. Wetenschappelijke graden zijn:

1. dezelfde als de wettelijke, maar zonder wettelijke gevolgen;
2. graden die wel op universiteitsprogramma’s voorkomen, maar in de wet niet voorkomen;
3. graden verleend door instituten die niet in de wet voorkomen.

Nederland. Hier kent men diverse academische graden. Daarvan is baccalaureaat de laagste (titel: B met toevoeging van letters die de studie aanduiden). Dan volgt kandidaats(kand.) en vervolgens doctoraalexamen (doctorandus, drs.; bij rechten: meester, mr.) of ingenieursexamen. Aan het laatste examen verbindt de wet meestal een effectus civilis. Na het doctoraalexamen kan men tot de promotie worden toegelaten, die het recht geeft op de graad van doctor.