Gepubliceerd op 14-03-2019

X cýtisus dallimórei ROLFE

betekenis & definitie

C. scopárius var. andreánus X C.multiflórus SWEET In groeiwijze zeer veel op C. scopárius gelijkend doch lager blijvend, zeer rijk bloeiend met kleine, dicht opeengehoopte, lila-rode bloemen; een van de mooiste vormen voor tuinbeplanting. Jonge twijgen kantig, eerst behaard, later kaal; bladeren gewoonlijk 3-tallig, zeer kort gesteeld, behaard; bloemen in Mei-Juni, vooral aan het einde der twijgen zeer dicht bijeen staand, meestal tot 2 bijeen aan korte, behaarde bloemstelen; vleugels karmijnrood met lila weerschijn; kelk bruin behaard.

Behalve de hier voorafgaande vormen van C. scopárius zijn zeer vele tuinvormen in de handel gebracht waarvan de herkomst niet altijd met zekerheid is aan te geven, doch die alle wel tot de ondergroep Sarothámnus kunnen worden gerekend.

„Burkwood”; gedrongen groeiwijze; vleugels bruinrood, iets gerand; vlag iets gerand, karmijnrood.

„Butterfly”; bloemen groot, heldergeel; vleugels met lichtbruine vlekken; gedrongen groeiend.

„C. E. Pearson”; vleugels bruinrood; vlag lichtgeel met lila vlekken aan de buitenkant.

„Cornish Cream”; bloemen kort gesteeld, crème-geel;

vlag éénkleurig; kielblaadjes dooiergeel.

„Daisy Hill”; vleugels karmijn, iets gerand; vlag lichtgeel met rood; kiel zwavelgeel.

„Daisy Hill Splendens”; vleugels karmijn, intensiever getint dan bij voorgaande vorm, met lichtgeel randje.

„Donald Seedling”; zeer rijkbloeiend en grootbloemig;

vleugels lila-brons en geel gevlekt; vlag licht lila-rose.

„Dorothy Walpole”; bloemen kort gesteeld, zeer dicht bijeen; vleugels bruinrood; vlag licht karmijnrood, aan de buitenzijde iets lichter.

„Dragonfly”; vleugels bruin, afstaand of hangend;

vlag diepgeel; kiel iets lichter.

„Firefly”; in groeiwijze en kleur der bloemen op andreánus gelijkend; vleugels bruin of bronskleurig met lichtgele vlekken; vlag geel; kiel iets bruin gevlekt.

„Fulgens”; vleugels bruin met lichte rand; vlag oranjegeel; kiel geel; een mooie gedrongen groeiende vorm.

„Golden Sunlight”; bloemen aan zeer dunne stelen hangend; vleugels buitenzijde donkergeel; vlag goudgeel.

„Goldfinch”; breed uitgroeiende struik; vleugels donkerrood; vlag lichtgeel met iets rosé; kiel goudkleurig.

„Hibernia”; vleugels bruinrood met iets goudkleur;

vlag wit, aan de buitenzijde karmijn getint; kiel geel of lichtgeel.

„Jubilee”; vleugels vermiljoen rood, iets goudkleurig; vlag karmijnrood; kiel rose-lila; verlangt een zeer beschutte standplaats.

„Killarney Salmon”; vleugels en vlag zalmkleurig rosé, de laatste aan de binnenzijde lichtgeel of crème getint.

„Lady Moore”; bloemen zeer dun gesteeld, hangend, de vleugels bruinrood, de binnenzijde geel; vlag crème-geel, achterzijde lila en rose.

„Lord Lambourne”; bloemen groot, vleugels buitenzijde purperrood met smalle gele rand; vlag geel, buitenzijde iets lila gestreept; kielblaadjes lichtgeel.

„Marie Burkwood”; vleugels rood, goudgeel gestreept; vlag lichtrose, aan de achterzijde iets paars;

kiel lichtgeel met rose.

„Mayfly”; vleugels geel met bruine vlekken; vlag zuiver geel.

„Newry Seedling”; zeer grootbloemige vorm; vleugels rose-rood; vlag licht geel.

< >