Japan, N.-China; 6-10 m.
Synoniem: V. siebóldii HORT..
Mijns inziens mooier dan de voorgaande soort, doch niet zo snel groeiend; jong zijnde een beschutte plaats verlangend. Jonge twijgen intensiever rood-bruin tot viltig behaard, ook de bladstelen; de ranken en de nerven der jonge bladeren zijn rood getint.
Bladeren gemiddeld 8-12 cm lang en 3-5-lobbig, dieper gelobd dan bij voorgaande soort en de lobben meer afgerond, soms ondiep gelobd en de lobben dan meer gepunt, eerst aan beide zijden grijsviltig en een weinig rood getint, later bovenzijde matglanzend donkergroen en kaal, onderzijde vlokkig of bruinviltig, alleen oude bladeren kaler wordend, eivormig.
Bloeit in Juli met tot 8 cm lange bloempluimen;
vruchten ongeveer 8 mm in diameter, zwart purper getint.