China; 5-8 m.
Takken gevleugeld; jonge twijgen tamelijk dik, geel-bruin; knoppen zwart-bruin, eirond, aan de top behaard; bladstelen 4-8 cm lang; bladeren gemiddeld 5-7 cm lang en 3,5-5 cm breed, bovenzijde donkergroen, kort behaard, ruw aanvoelend, onderzijde zeer kort behaard, elliptisch of ovaal, tamelijk stevig, 10-12 paar zijnerven, bladrand onregelmatig enkel en dubbel gezaagd. Deze Aziatische iep, die tot een hoge struik of kleine boom kan uitgroeien, is tot nu ziekte-vrij gebleken. Dit sluit echter niet in, dat deze soort voor straatbeplanting kan worden gebruikt; geschiktheid voor ons klimaat en groeiwijze, zijn ook factoren waarmede rekening moet worden gehouden.
