Z.-Rusland; 1,5-2 m.
Een bij ons zeer veel voorkomende soort met opgaande, bruine twijgen en grijze of iets blauw-groen getinte, scherp gepunte, schubvormige bladeren. Bloeit van Augustus-September aan het einde der jonge twijgen met helderrose, in knop roserode, bloemen in kleine trossen welke gezamenlijk tot pluimen zijn verenigd. Evenals de vorige soort, ook zeer mooi voor grote groepen of voorbeplanting.
T.o. var. rubra HORT. bloeit met karmijnrose bloemen.
[Of hier werkelijk van een soort gesproken kan worden is aan twijfel onderhevig. Het geslacht Tamarix is zeer moeilijk te determineeren.]