Vlierbladige lijsterbes Japan, N.O.-Azië; 2,5 m.
Komt bij ons zeer zelden echt voor; gewoonlijk is dit S. americána of X S. spléndida, beide met meer opgaand groeiende kroon, terwijl S.sambucifóiia een struik blijft. Twijgen dun, glanzend bruin-rood met talrijke, smalle lenticellen en bijna zwarte, iets kleverige knoppen, zeer vroeg bloeiend met tamelijk grote, groen-witte bloemen in kleine tuilen, terwijl de vruchten iets groter zijn dan die van de gewone lijsterbes en zwak berijpt.
Twijgen, knoppen en hoofdbladsteel iets behaard; bladeren tot 18 cm lang met 3-6 paar blaadjes en zwak gegroefde hoofdbladsteel; blaadjes 3,5-8 cm lang, ei-lancetvormig, top spits of toegespitst, bladvoet meestal scheef, rand scherp-, soms bijna dubbel gezaagd met afstaande, aan de top meer naar voren gerichte tanden, bovenzijde iets glanzend donkergroen, onderzijde heldergroen, alleen langs de hoofdnerf spaarzaam behaard. Bloeit einde Mei in iets behaarde, kleine tuilen; bloemen tot 14 mm in diameter met talrijke meeldraden; vruchten ruim 1 cm in diameter, rond-ovaal, helderrood.