M.-Europa; 20 m.
Synoniem: Pýrus mougeótii ASCHERS et GRAEBN..
Evenals voorgaande bastaard wordt ook deze soort in Zwitserland in het wild gevonden; zij vormt daar een hoge struik, in bladvorm op S.intermédia gelijkend. Gekweekte exemplaren vormen een boom met breed-eivormige kroon, twijgen eerst min of meer vlokkig-viltig behaard, spoedig kaal wordend, olijfgroen met talrijke lenticellen; knoppen eivormig, spoedig kaal wordend. Bladeren 7-12 cm lang, 3,5-6,5 cm breed, ovaal of eivormig, met meestal 9-11 paar zijnerven, top kort afgerond of spits, bladvoet breed-wigvormig, rand zwak gelobd, bovenzijde donkergroen, spaarzaam behaard of bijna kaal, onderzijde grijs- of witviltig.
Bloeit in Mei met crème-witte bloemen in behaarde tuilen; bloemen ruim 1,5 cm in diameter; vrucht 8-10 mm in diameter, scharlakenrood.