W.-China; 10-12 m.
Kleine boom met geheel kale, aan de top een weinig berijpte bruin-groene twijgen; knoppen geheel kaal, met slechts enkele schubben. Bladeren 8-15 cm lang, elliptisch, met toegespitste top en wigvormig toelopende bladvoet, rand gezaagd, 10-12 paar zijnerven, bovenzijde donkergroen, ruw aanvoelend, onderzijde witviltig blijvend behaard.
Bloeit in Mei-Juni in tot 10 cm brede, behaarde tuilen; bloemen ongeveer 8 mm breed, 2, soms 3 stijlen; meeldraden zo lang als de stijlen; vruchten ovaal, helderrood, tot ruim 1 cm lang.
Een bij ons nog onbekend soort, die ik in Engeland zag op een kwekerij van MARCHANT in Wimborne, Dorset; zeer opvallend door de in het voorjaar iets bruin-groen getinte twijgen.