Gepubliceerd op 19-03-2019

Smílax áspera L

betekenis & definitie

Gewone struikwinde Z.-Europa, N.-Afrika; 4-6 m.

Deze soort is voor ons klimaat ongeschikt, tenzij op een zeer beschutte en zonnige standplaats geplant en men in het najaar de gehele plant tegen strenge vorst beschermt. Twijgen sterk kantig, dicht met stekels bezet, alleen de oudere takken zijn bijna rond en vrijwel ongedoornd; bladeren 4-8 cm lang en 2-3,5 cm breed, bovenzijde glanzend donkergroen, onderzijde iets lichter, ei-lancetvormig, blad voet gewoonlijk hartvormig, zelden afgerond, top zeer lang toegespitst, rand gewoonlijk gaaf doch soms spaarzaam met stekels bezet. Bloemen in kleine, dichte trossen, licht- of groen-geel; vruchten rond, 4-6 mm in diameter, zeer donker- of zwart-rood.

< >