Himalaya; 1 m.
Brede opgaand groeiende struik met stevige olijfgroene twijgen. Bladeren 8-15 cm lang, 2,5-5 cm breed, lang-eivormig of omgekeerd lang-eivormig, bovenzijde glanzend donkergroen, onderzijde lichtgroen en bij het breken aromatisch ruikend. Bloemen 1-slachtig, wit, in zeer brede, tot 8 cm lange gedrongen pluimen. Vrucht tot 10 mm lang, ellipsvormig, glanzend rood.