M.- en W.-Amerika; ruim 1 m.
Synoniem: R. aromática var. trilobáta GRAY.
Onregelmatig groeiende struik met soms kruipende, ook opgaand groeiende takken en fijn behaarde, tamelijk dunne, grijs-bruine, twijgen. Bladeren lang gesteeld, matglanzend donkergroen, eerst, evenals de bladstelen, dicht behaard, later bovenzijde kaal, 3-delig; blaadjes zeer kort- of bijna ongesteeld, 1,5-3 cm lang en 1-2 cm breed, elliptisch of eivormig-ovaal, met bochtig getande en gewimperde bladrand. Bloemen en vruchten zeer veel gelijkend op die der vorige soort. Verlangt een beschutte standplaats en een kalkrijke, niet te vochtige bodem.