Gepubliceerd op 15-03-2019

Rhododéndron linearifólium SIEB. et zucc

betekenis & definitie

Japan (niet in het wild); 1-2 m.

Zeer waarschijnlijk geen soort, maar een vorm van onderstaande Rhododéndron, bij ons een min of meer kwarrig groeiende struik met aanliggend behaarde twijgen. Bladeren 2-5 cm lang, lijnvormig, de top gepunt, aan beide zijden behaard, bij ons meestal vóór de winter afvallend. Bloeit in begin Mei met lila-rose bloemen in 2-7-bloemige tuilen; kelk zo lang als de bloemsteel; kelkslippen bijna tot de basis gedeeld, lijnvormig; bloemkroon lichtviolet-rose,de kroonlobben ook zeer diep ingesneden; meeldraden 5, ongeveer zo lang als de bloemkroon. Is alleen voor botanische collecties van belang.

Rh.I .var. macrosépalum MAK., Synoniem: Rh.macrosépalum MAXIM., Azálea macrosépala K. KOCH, afkomstig van Hondo (Japan), heeft eveneens aanliggend behaarde twijgen, bladeren, kelk en bloemstelen. De bladeren zijn iets breder; bloemen rose met purperen stippen; de kelk klierachtig behaard en zeer diep ingesneden; bloemkroon 3-5 cm in diameter, met zeer diep ingesneden kroonlobben; meeldraden 5.

Een bij ons niet of zeer weinig voorkomende Rhododéndron, met bladverliezende bladeren en iets ruikende bloemen.

< >