Gepubliceerd op 14-03-2019

Rhámnus imeretína BOOTH

betekenis & definitie

W.-Azië, Kaukasus; 2-3 m.

Synoniem: R. cólchica SOMM., R. castaneifólia HORT., R. alpína L. var. grandifólia DIPP..

Van alle reeds eerder genoemde soorten is deze zeer goed te onderscheiden door de betrekkelijk dikke twijgen, de grote, eironde knoppen en de donkergroene, zeer grote bladeren, waarvan de 15-25 paar zijnerven als het ware zijn ingezonken. Vooral voor kleine groepen, ook alleenstaand, is het een mooie, decoratieve struik, welke een droge, lichte standplaats verlangt. Jonge twijgen eerst dicht behaard, later kaal en grijs-bruin getint; bladeren 10-25 cm lang, bovenzijde zeer donkergroen en kaal, enigszins ruw, onderzijde lichter getint en vooral langs de nerven, doch ook op het bladoppervlak behaard, eivormig-elliptisch, bladvoet afgerond of zeer zwak hartvormig, top spits toelopend, bladrand fijn gezaagd.

Bloeitijd Mei-Juni met gewoonlijk 3-6 bloemen in tuilen of bundels; kroonbladen zeer klein;

vruchten 4-6 mm lang, eirond.

De verschillende soorten kunnen worden vermeerderd door zomerstek, afleggen of veredelen. Deze laatste methode kan worden toegepast op R. frángula of cathártica; daar vooral de eerst genoemde soort zeer veel worteluitlopers maakt, is het beter de verschillende soorten, waarvan geen zaad te bekomen is, af te leggen.

< >