Gepubliceerd op 14-03-2019

Quércus garryána HOOK

betekenis & definitie

W. N.-Amerika, Californië; 30 m.

Hoewel deze soort in W. N.-Amerika een zeer groot verspreidingsgebied heeft en daar voorkomt met Pseudotsuga taxifólia en andere bij ons wel winterharde houtige gewassen, geloof ik toch dat deze soort bij ons niet volkomen winterhard is. Ik zag deze dan ook alleen in kleine exemplaren in Kew-Gardens en enkele botanische tuinen in Z.-Frankrijk, als struik of zeer kleine boom, met sterk afstaande takken, een brede onregelmatige kroon vormend. Bladknoppen opvallend viltig behaard; eindknop tot 12 mm lang; jonge twijgen bruin-viltig behaard, eerst in het tweede jaar kaal en dan grijsbruin. Bladeren 8-12 cm lang, bovenzijde glanzend donkergroen, kaal, onderzijde eerst licht-bruin, later lichtgroen en blijvend behaard, lang omgekeerd-eivormig, stijf en lederachtig, met 2-3 paar zijnerven en even zoveel lobben, deze vaak groot getand of gelobd, bladvoet meestal afgerond of iets hartvormig met oortjes; bladsteel tot 2,5 cm, behaard.

Vruchten 2-2,5 cm lang, glanzend bruin, ongesteeld, eivormig, kuip hoogstens een vijfde van de vrucht omsluitend.

Van alle overige soorten is Q. garryána goed te onderscheiden door de bijzonder grote eindknoppen, de lederachtige, zeer laat afvallende bladeren en de tot in het tweede jaar behaard blijvende jonge twijgen.

< >