N.- en M.-China; 16 m.
Jonge twijgen aan de top zeer fijn behaard, later kaal, glanzend bruin; oudere twijgen grijs of grijs-bruin; knoppen aanliggend, spits. Bladeren 3,5-8 cm lang, bovenzijde glanzend groen, onderzijde lichtgroen, eivormig of langwerpig-eivormig, top spits of toegespitst, bladvoet breed-wigvormig, bladrand scherp gezaagd. Bloeit gelijk met de bladontwikkeling; vrucht 1,5-2 cm in diameter, rondom gevleugeld; vleugel aan de top ingekerfd.