Gepubliceerd op 14-03-2019

Lupínus arbóreus SIMS

betekenis & definitie

Californië; 3 m.

Opgaand groeiende struik met tamelijk stevige, viltig behaarde twijgen, 7-11-tallige, gaafrandige, kort gesteelde bladeren, in Juli-Augustus bloeiend, met zwavelgele, ruikende bloemen in tot 25 cm lange, opstaande trossen.

Blaadjes 2-3 cm lang, bovenzijde donkergroen, kaal, onderzijde grijs-groen, smal ei-lancetvormig, top puntig toelopend, zijdeachtig behaard. Bloemen zonder schutbladen; kelk diep 2-lippig, bijna ongetand;

peulvrucht behaard, tot 8 cm lang, 8-12-zadig.

Groep 4 Trifolieae TAUB.

Voor kenmerken zie blz. 210

< >