N.W.-China; 2 m.
Wat onder bovenstaande naam op onze kwekerijen voorkomt, is meestal onderstaande variëteit, die lager blijft en ook rijker bloeit met rose tot lila-rose bloemen; de soort heeft een meer opgaande groeiwijze, met zeer dunne, later meer afstaande en iets hangende twijgen. Bladeren 12-28 mm lang, elliptisch, meestal stomp, bladvoet afgerond of soms zeer zwak hartvormig, dof groen, onderzijde grijs-groen, kaal. Bloeit Mei-Juni paarsgewijze met riekende lichtrose, soms iets lila-rose bloemen met langeivormige schutbladen welke langer zijn dan de kelk; bloemen ongeveer 15 mm lang, buis-klokvormig, kroonlobben meer opstaand, niet vlak;
meeldraden en stijl niet langer dan kroonbuis;
vruchten zelden aanwezig, rood.
L.s. var. wólfii REHD. wordt zelden hoger dan 1 m;
heeft sterk afstaande of kruipende twijgen; bladeren als bij de soort aan zeer dunne, korte bladstelen, in de regel iets groter, soms met spitse top; bloemen riekend, lila-rose, kroonlobben meer afstaand;
kelktanden scherper, iets gewimperd.