Gepubliceerd op 19-03-2019

Ligústrum vulgáre L

betekenis & definitie

Gewone liguster Europa, KI.-Azië, Kaukasus; 5 m.

De gewone Ligústrum vormt een dichte, breed uitgroeiende struik, die op bijna alle gronden, ook op onze hoge zandgronden, goed groeit en tevens goed schaduw verdragen kan. In onze duinstreken komt hij dan ook zeer veel voor, hetzij aangeplant of verwilderd, terwijl ook voor onderplanting en het vormen van hagen deze soort zeer veel wordt gebruikt.

In de literatuur komen ruim 20 variëteiten en vormen voor, waarvan vele tot de soort zijn terug te brengen, daar toch binnen een soort enige variatie mogelijk is.

Doch de soort en de vormen worden bijna altijd van winterstek gekweekt, zodat de minste afwijking in groeiwijze of bladvorm afzonderlijk gehouden kan worden. Daarom zijn van deze talrijke vormen alleen de meest afwijkende opgenomen.

Struik, opgaand groeiend met eerst fijn behaarde, later geheel kale, grijsbruine twijgen en grijs getinte takken; bladeren 4-8 cm lang, 1-2 cm breed, lancetvormig, aan 3-10 mm lange, kale bladsteel, bovenzijde donkergrijs- of blauw-groen, onderzijde lichter, geheel kaal. Bloeit Juni-Juli met witte, iets riekende bloemen in 5-8 cm lange, dichte, eindstandige pluimen. Bloemen ongeveer 6 mm lang, aan zeer korte, behaarde bloemsteel; kelk bijna ongelobd; kroonlobben meestal vlak staande en tot op ongeveer de helft reikend; meeldraden iets langer dan de stijl; vrucht 6-8 mm in diameter, bijna rond, eerst groen, later glanzend zwart, 1-4-zadig.

L.v. var. itálicum VAHL, synoniem.: L.v. var. sempérvirens LOUD., heeft lichtgroene, later tot donkergroen verkleurende, smal-lancetvormige bladeren, welke zeer lang aan de struik blijven.
L.v. var. atróvirens HORT. vormt een dicht opgaand groeiende struik met donkergroene, in de winter bruin verkleurende bladeren.
L.v. var. glaúcum MOUILLEF., synoniem.: L.v. var. glaúcum albo-marginátum HORT., heeft typisch blauw-grijze bladeren met smalle, witte rand.
L.v. var. aúreum JAEG. vormt een laag blijvende struik met goud-gele bladeren, waartegen in het najaar de zwarte vruchten mooi afsteken.
L.v. var. aúreo-variegátum WEST., bladeren geel gevlekt.
L.v. var. argénteo-variegátum WEST., bladeren wit of lichtgeel gevlekt.
L.v. var. nanum REHD., synoniem.: L.v. var. lodénse HORT., is een miniatuurvorm van de soort; vormt een zeer dicht groeiend struikje met kleine, smal elliptische bladeren, welke in de winter bruin verkleuren; zeer mooi voor hagen.
L.v. var. chlorocárpum LOUD. heeft geel-groene vruchten, die zeer lang aan de struik blijven.
L.v. var. xanthocárpum G.DON, synoniem.: L.v. var. frúctulúteum HORT.; bessen heldergeel.

< >